Samen besluiten met consent in de gemeente Heuvelrug
Om de kloof tussen burger en politiek te dichten, gaat de gemeente Utrechtse Heuvelrug met consent besluiten. Het is dé manier om de kloof tussen burger en politiek te slechten.
De kloof tussen burger en politiek, reeds vele pogingen zijn gedaan om die te overbruggen. Niets werkte nog afdoende. Vele initiatieven verdwenen al in de afgrond, burgers en politici bleven achter met de handen in het haar. Iedereen is van goede wil, waarom lukt het dan steeds niet een bevredigende manier van samenwerking te vinden? En hoe zou het wél kunnen lukken?
Ook de gemeente Utrechtse Heuvelrug had last van de kloof. Op verzoek van de burgemeester formuleerde een groep betrokken burgers een antwoord op de vragen hierboven. Een van de aanbevelingen van deze groep, de Bruggenbouwers geheten: ga met consent beslissingen nemen. De gemeente gaat hier nu mee experimenteren.
Consentbesluitvorming is dé oplossing voor het overbruggen van de kloof tussen burger en politiek. Het gaat een cruciale stap verder dan inspraak en burgerparticipatie. Het grote verschil is dat met consentbesluitvorming de burger niet alleen zijn mening laat horen, of meedenkt, soms zelfs een heel eind. Hij mag ook meebeslissen. In SKM-taal: de burger doet mee in de beeldvorming, in de meningsvorming (dat is ook zo bij inspraak en burgerparticipatie), én in de besluitvorming van beleid.
Om dat beslissen draait het. Dat is de missing link in de vele initiatieven om de kloof te dichten. Pas als je meebeslist, doe je er echt toe. Pas dan ben je meeverantwoordelijk voor het resultaat. Pas dan participeer je écht.
Katers
Ondanks de naam is dat bij ‘burgerparticipatie’ niet altijd het geval. De term is de laatste jaren in zwang om burgers te betrekken bij beleidsbeslissingen, maar heeft al een aantal katers opgeleverd. Zeker, er zijn plekken waar het goed gaat. (voorbeeld) Maar ook genoeg plekken waar het niet goed gaat. Skaters in Rotterdam mochten wel meedenken over een nieuw ontwerp voor een skatebaan, maar de gemeente deed iets heel anders. Gevolg: boze skaters die het gevoel hadden er voor spek en bonen bij te zitten.
Het probleem is dat gemeenten burgerparticipatie nogal eens inzetten om andere redenen dan burgers te laten participeren. Zeventig procent was het, althans in 2009, vooral te doen om draagvlak te creëren voor een eigen plan. Dat bleek uit een enquête van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten uit dat jaar. Burgers voelen dat natuurlijk. De kloof blijft bestaan.
Een kwestie van durven
De overheid heeft in de loop der jaren zeker de grote voordelen ervaren van burgerbetrokkenheid, variërend van re-ïntegratietrajecten bij arbeidsongeschiktheid tot het (her)inrichten van pleinen. Maar ze worstelt met de vraag hoe die betrokkenheid vorm te geven. Dan komen er rare instrumenten uit de bus als een referendum over een nieuw aan te leggen wijk in de hoofdstad (veel bewoners weten daar te weinig van om een afgewogen oordeel te kunnen geven), of een gekozen burgemeester (wat wilt u? Een PvdA-kandidaat of een PvdA-kandidaat?).
Gemeenten deinzen ervoor terug burgers écht mede verantwoordelijkheid te laten dragen voor besluiten. ‘De burger is een passant’, heet het dan, ‘die kijkt niet naar de lange termijn.’ Bovendien: als de burger mee gaat beslissen, hoe moet het dan met het primaat van de politiek? Daar vraagtekens bij zetten, zet het hele politieke bestel op zijn kop. De overheid raakt dan zijn almacht kwijt. En dat is vooralsnog een stap te ver.
Niemand verliest macht
Bij consentbesluitvorming is die vrees voor machtsverlies niet nodig. Het consent geldt voor alle betrokkenen, dus ook voor de overheid. Heeft een vertegenwoordiger van de overheid overwegend bezwaar tegen een besluit, dan moet daar een oplossing voor komen. Anders is er geen consent. De overheid geeft dus géén macht uit handen. Ze deelt hem.
Als overheid en burgers met consent besluiten, roept dat in de huidige structuur wel vragen op. Stel dát buurt en gemeente afspreken het beheer van een parkje in de buurt samen te doen. Wie controleert dan of de burgers ook echt de perken wieden? En wat als de burgers dat niet doen, omdat bijvoorbeeld de grootste enthousiasteling verhuist? Formeel kan de gemeente nu niemand tot iets verplichten bij zulke afspraken.
Nieuw model
Het komt erop neer dat de huidige structuur van de samenleving enige aanpassing nodig heeft, willen politici en burgers echt samen kunnen besluiten en erop toezien dat die besluiten ook worden uitgevoerd. Met een kringstructuur en een lijnstructuur op buurt- en wijkniveau kan dat. Daar hoort dan een buurtcoördinator bij die toeziet op de naleving van de afspraken, en een wijkcoördinator op het niveau daarboven. Dan komt het niveau van deelgemeente, en dan de gemeente. Daarboven dan provinciaal en landelijk niveau.
Dit is een flink andere manier van de samenleving inrichten. Nu gebeurt er onder het niveau van de (deel)gemeenteraad formeel niets meer. Echt gezamenlijke verantwoordelijkheid, dus het samen besluiten wat er gebeurt en waar het geld naartoe gaat, dát is de oplossing om de kloof te dichten tussen burger en politiek.
Eindeloos praten
Zolang dat niet gebeurt, kun je eindeloos blijven praten over hoe je die kloof kunt dichten. Kunnen bewoners vuilcontainers adopteren, of kleinschalige projecten co-financieren op het gebied van natuur en landschap.
En als het adoptieproject van de vuilcontainers dan verwatert, volgt een batterij onderzoeken. Is bij containertype A meer betrokkenheid waar te nemen dan bij type B, C en D? Was er meer betrokkenheid bij ondergrondse vuilcontainers dan bij bovengrondse? Bij prullenbakken met klep en zonder klep? En welke groepen mensen waren dan meer betrokken bij welk type bak en container? En kunnen we een tijdpad maken van het verval van de betrokkenheid bij de vuilcontainer?
Allemaal vragen die voorbijgaan aan de werkelijke aard van het probleem: het niet mee mogen doen in de kern van de besluitvorming en er ook niet verantwoordelijk voor zijn.
Het zal flink wennen zijn
De gemeente Heuvelrug is de eerste waar burgers en politici de verantwoordelijkheid voor beleid werkelijk gaan delen. Die stap is historisch te noemen. Het zal een zeer leerzame periode worden voor alle betrokkenen om op een nieuwe manier (samenwerken!) tot een voorstel te komen en dat voor te leggen aan de gemeenteraad. De gemeenteraad blijft eindverantwoordelijk, maar zal ook op een nieuwe manier naar dat voorstel moeten kijken. Niet vanuit partijpolitieke overwegingen (de oppositie is vaak tegen voorstellen, uit principe), maar op basis van een gezamenlijke doelstelling. Dat is niet minder dan een aardverschuiving.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!