Je kunt slechte communicatie niet de schuld geven van slechte samenwerking (hooguit een beetje)

Leestijd: 5 minuten

Die Max Verstappen toch. Een coureur met een fantastische stuurtechniek, plus een geweldig wedstrijdinzicht. Stalen zenuwen heeft hij ook. Alles om een kampioen te worden.

Maar zet je hem in een bolide met de verkeerde banden? Dan gaat hij niet winnen.

Want met al zijn talent heeft zelfs Max ook gewoon een goede raceauto nodig. Een stuk techniek dat al zijn vaardigheden tot hun recht laat komen. Anders kan hij die champagne wel schudden.

Zo is het ook met communicatievaardigheden. Die kunnen top zijn: je formuleert helder, luistert echt naar wat anderen zeggen, vraagt door. Maar hoe goed je daadwerkelijk communiceert, hangt voor een groot deel af van de situatie. Want eerlijk: als je baas heel erg vóór een plan is, durf jij dan te zeggen dat je er veel haken en ogen aan ziet?

Even vooropgesteld: hóe je met elkaar praat, is natuurlijk belangrijk.
Het kan het verschil zijn tussen een vergadering waar je boos uit komt omdat je je aangevallen voelde, en een vergadering waarvan je denkt: ja, met die tip van Ingrid kan ik wel wat.

Maar als samenwerken niet lekker loopt, krijg ‘de communicatie’ vaak de schuld. (Vandaar dat er zo veel trainingen voor zijn.)

Maar dan héb je allemaal je ik-boodschap op tafel gelegd.

Dan héb je geluisterd naar al die verschillende meningen.

En je hébt je best gedaan elkaar te begrijpen.

Dan denk je nog stééds verschillend over een behandelprotocol, of over selectiecriteria voor nieuwe medewerkers.

Hoe ga je dan verder?

Tien tegen één dat je dan hoort: ‘Laten we stemmen.´
Of ´Dan gaan we het zus en zo doen. Dank voor jullie input.’

Kom je wéér boos of gefrustreerd uit de vergadering. Al die moeite voor een besluit waar je je niet in herkent.

Dan heeft nog beter leren communiceren geen zin. Want weet je? Daar zit het probleem niet. Dat zit in de manier waarop je besluiten neemt.

Net zoals Max een superbolide nodig heeft zodat al zijn talenten kunnen shinen, heeft je organisatie een besluitvormingsstructuur nodig waar je communicatie goed op draait.

En dat is een structuur die draait op de achtergrond. Eentje die het makkelijker maakt om oplossingen te verzinnen waar je allemaal je schouders onder wil zetten. In die structuur zitten gespreksrondes, het consentbeginsel, de dubbele koppeling en de open verkiezing.

Al die dingen stimuleren je om je op de ander te blijven betrekken. Om erachter te komen: wat beweegt je werkelijk? Laat je nu wel het achterste van je tong zien?

Ben je er dan, met die structuur om te besluiten?
Nou, je mindset is ook belangrijk. De bereidheid om samen te zoeken naar oplossingen die werken voor jullie allemaal. Elkaars werkelijkheden te benaderen als verschillende invalshoeken van een gedeelde werkelijkheid.

Wat dan achterwege blijft: die ander willen overtuigen waarom jouw oplossing de beste is. Wat ook achterwege blijft: zoeken naar een meerderheid.

Wat ervoor in de plaats komt: dat je van elkaar wil leren.

De praktijk: Van korte lontjes naar oplossingen zoeken
Een club (para)medici had vaak ruzie tijdens vergaderingen. Als een agendapunt niet opschoot, ‘werd er veel door elkaar gekakeld’, zegt voorzitter Monique Wüst van vsv Vechtdal. ‘Zo raakten we steeds verder van elkaar.’

Het vsv ging sociocratie gebruiken.  ‘In vergaderingen zijn we nu veel meer oplossingsgericht in plaats van dat we onze gal spuwen’, zegt Wüst. ‘Als je hebt gezegd wat je op je hart hebt, vragen we door. “Heb je ook een ander voorstel, zie je een oplossing?”’

Dat waren ze niet gewend. ‘Aanvankelijk wisten we dan niks te zeggen. ‘Maar op een gegeven moment komen de ideeën. Dan zit iedereen te knikken: ja, ja, dat gaan we doen. We nemen soms in 20 minuten al een besluit. Vroeger zaten we vaak uren te praten zonder resultaat.’ (Het hele artikel lees je hier.)

Nog meer praktijk: Van wespennest naar succesverhaal
Door gebrekkig contact met de achterban liepen belangrijke onderhandelingen in de gezondheidszorg in Dordrecht bijna stuk. ‘Een wespennest’, zo noemde men de samenwerking zelf, er was veel wantrouwen. Zelfs het vaststellen van de vergaderagenda kon niet zonder ruzie.

Met sociocratie werd de verbinding met de achterban beter georganiseerd. Die voelde zich nu óók betrokken bij het nemen van besluiten. De samenwerking werd gered, het hele verhaal staat hier.

En nu?
Die mindset kun je kweken.

In onze training voor gespreksleiders bijvoorbeeld. De eerstvolgende bijeenkomsten is op woensdag 1 februari. Hier meer info.

En die structuur? Die kun je je eigen maken.

We vertellen je er graag meer over. Bel Pieter van der Meché voor een gratis gesprek, 06 53382649. Mailen kan ook.