Opinie
Klassieke vragen voor de coöperatie
Zelf aan de knoppen zitten, grote betrokkenheid: de coöperatie is helemaal van nu. Maar de grote vragen over samenwerken komen leden ook hier weer tegen. Kiezen ze voor traditionele antwoorden, dan kan het elan verloren gaan.
Lang leve de coöperatie! Want hij is populair. Samen met je buurt energie opwekken, samen thuiszorg regelen. De coöperatie is herontdekt als instrument voor samenwerking. Het aantal actieve coöperaties groeide de afgelopen vier jaar met 45 % tot ruim 2500. In een coöperatie zijn de lijnen kort en word je echt gehoord, want je bent allemaal eigenaar. En allemaal heb je zeggenschap. Samen zit je aan de knoppen.
Dat is een mooi uitgangspunt, en het kan initiatieven vleugels geven. Maar ook in een coöperatie zul je dingen moeten organiseren, elkaar taken moeten delegeren. Naarmate de organisatie groeit en de uitvoering complexer wordt, zal er meer moeten worden gedelegeerd en groeit het aantal mensen dat aan de knoppen wil zitten. Hoe houd je iedereen aan de knoppen en organiseer je tegelijkertijd de besluitvorming efficiënt, én de uitvoering slagvaardig? Bijvoorbeeld als je wilt beslissen over nemen we mensen in vaste dienst, of doen we nul-urencontracten voor onze verpleegkundigen, hoe verdelen we de opbrengsten, wat investeren we?
Met zijn allen besluiten over alles
Zeggenschap voor allemaal komt nogal eens neer op met zijn allen besluiten over alles, zeker als een coöperatie klein is. Hoe efficiënt is dat? Voor je het weet, zit je veel te vergaderen met elkaar. Dat schiet niet op. Het commitment van de leden kan eronder lijden.
En dat in een coöperatie dingen gaan zoals jij wil – dat gaat goed zolang alle anderen dat óók willen. Gaan de meningen uit elkaar lopen, dan worden voorstellen vaak in stemming gebracht, op democratische wijze. Loop je toch weer de kans dat je door ‘meeste stemmen gelden’ het gevoel hebt met lege handen te staan als er iets uit de bus komt waar je heel ongelukkig mee bent.
Same old questions
Een coöperatie is uiteindelijk ook gewoon een organisatie. Ondanks het eigenaarschap en het commitment van de leden kom je, net als overal, dezelfde vragen tegen: hoe geef je alle leden gelijke invloed op de besluitvorming? En hoe houd je de uitvoering efficiënt? Hoe voorkom je elitevorming met als risico wij-zij denken? Het zijn universele vragen voor iedereen die samenwerkt.
Nieuwe antwoorden
Antwoorden kun je vinden door te kijken naar processen uit de stuurkunde, waarop de sociocratische methode onder meer is gebaseerd. Die leert: processen organiseer je in hiërarchische lagen: voor het overzicht, maar zonder de overmacht van hogere lagen. De besluiten zijn bottom-up te corrigeren. Zo heeft iedereen zeggenschap, zonder steeds over alles mee te moeten vergaderen. Dan kun je in de uitvoering ook snelheid maken. En de besluiten neem je met consent (geen overwegend beargumenteerd bezwaar) zodat je niet de minderheid verliest en de organisatie polariseert.
Leden van een coöperatie kunnen ver komen, hun betrokkenheid en eigenaarschap geeft hen vleugels. Maar betrokkenheid en eigenaarschap voorkomen dus niet dat de aloude vragen over samenwerken actueel blijven. Integendeel. Juist in een coöperatie ben je gebaat bij gelijkwaardigheid bij de besluitvorming. Je onderneemt immers echt samen.
Hier een artikel over een sociocratische coöperatie – de eerste sociocratische coöperatie. Het stond vorig jaar in Argumenten.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!