
Sociocratie begint bij jezelf
Sociocratie is geen duizend-dingen-doekje dat ook nog zelf veegt. Het biedt randvoorwaarden voor gelijkwaardigheid bij besluitvorming, maar daar moet je zelf ook wat voor doen. Je eigen afwegingen durven maken bijvoorbeeld.
Dan werk je met sociocratie, en gebeuren er nog steeds dingen waar je je niet goed bij voelt. Gaan mensen over je grenzen. Doen medewerkers niet wat is afgesproken. Zie je wel, het werkt gewoon niet! Dit vertellen mensen ons soms.
Bij doorvragen blijkt vaak dat ze in een vergadering bepaalde dingen niet hebben gezegd. Je leidinggevende functioneert niet goed, maar ach, hij hoeft nog maar een paar jaar tot zijn pensioen. Dus blijft onbesproken dat hij eigenlijk niet goed kan organiseren. In de dagelijkse praktijk lopen medewerkers daar dan tegenaan. En dan is sociocratie de kwaaie peer.
Eerlijk is eerlijk: soms verwachten mensen te veel van sociocratie. De methode is geen duizend-dingen-doekje dat ook nog zelf voor je aan het vegen slaat. Sociocratie maakt gelijkwaardigheid bij de besluitvorming mogelijk, en prettigere vergaderingen, meer creativiteit en betere samenwerking, en nog veel meer. En dat doe je met elkaar, het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Maar je moet ook wel zélf de mogelijkheden benutten die de methode biedt. Dat betekent: verantwoordelijkheid nemen voor je besluiten. Voor het geven van consent, en voor het niet geven.
Persoonlijke obstakels
Dat klinkt makkelijk. Maar bij de verkiezing van een nieuwe leidinggevende bijvoorbeeld geef je consent, terwijl je eigenlijk vindt dat de kandidaat niet kan organiseren. Een deel van jezelf wil het gebrek aan organisatietalent noemen. Maar dat mag niet van ander deel van jou, dat steekt daar een stokje voor. Dat deel zegt: jij bent de enige die er zo over denkt, zeur niet zo. En zo kun je consent geven terwijl je eigenlijk overwegend bezwaar hebt. Later volgt een vervelend gevoel maar daar stap je overheen, zoals je altijd hebt gedaan.
’Waarom? Omdat ik het zeg!’
Wees gerust, je bent zeker niet de enige die dat overkomt in een kringvergadering. De meesten van ons hebben geleerd om te doen wat ons gezegd wordt. Om te luisteren naar je ouders, de juf en meester, de leidinggevende en de meerderheid. ‘Waarom moet dat zo?’ ‘Omdat ik het zeg.’ Daar tegenin gaan kan je duur komen te staan. Je moet zonder eten naar bed, komt te boek te staan als moeilijk of dwars, je blijft zitten, promotie gaat aan je voorbij. Dat zijn nogal wat nadelen. Dan ligt je schikken in wat de ‘meerdere’ of de meerderheid vindt, voor de hand. Ook al heb je overwegend bezwaar.
Vijfduizend jaar ervaring
We hebben als soort al zo’n vijfduizend jaar ervaring met dit mechanisme. Tegen die conditionering in het geweer komen, is dan ook best lastig. Dat is ook te merken in jezelf. Je hebt er bewustzijn en durf voor nodig. Toch loont het om het te proberen. Want wanneer je tussen alle relevante kanten van jezelf een gesprek op gang krijgt, en naar de argumenten van beide luistert, kun je intern tot een consentbesluit komen. Dan doet de stem die normaal wordt weggedrukt ook mee, en niet alleen die stem die altijd de boventoon voert. Dan ook kom je meer in de buurt van wat je écht wil bijdragen als je met anderen aan tafel zit.
Eigen stukje ikje
Werk je met sociocratie, dan ben je medeverantwoordelijk voor de besluiten die een kring neemt, zeggen we altijd. Daar gaat dus iets aan vooraf. Voordat je echt gelijkwaardig aan die kring kunt deelnemen, kunt profiteren van de vrijheid die het consent kan bieden, is het raadzaam alle interne stemmen te laten gelden . Lukt je dat, dan kun je meer profijt hebben van het duizend-dingen-doekje. Sociocratie vermag veel, maar het begint bij jezelf.
30 juni 2016


